Alles over stuwing

Stuwing wil zeggen dat je borsten meer melk aanmaken dan dat je baby bij je drinkt of dat je kolft.
Er is dus een overschot aan melk in je borsten, want het aanbod van moedermelk is groter dan de vraag ernaar. Hierdoor raken je borsten opgezet. Ze voelen vol en zwaar aan. Ook zijn de aders in je borsten duidelijk zichtbaar. Bij veel vrouwen is stuwing gevoelig of zelfs pijnlijk. Je kunt wanneer je last hebt van stuwing ook last krijgen van hoofdpijn en een verhoogde lichaamstemperatuur.

Borstvoeding

Al in de vijfde maand van je zwangerschap komt de aanmaak van moedermelk in je borsten op gang, maar pas na de geboorte van je baby komt de productie echt op gang. Tijdens je zwangerschap remmen de hormonen progesteron en oestrogeen (welke in de placenta worden aangemaakt) de productie van moedermelk. Na de bevalling, wanneer de placenta niet meer in je lichaam aanwezig is, valt de remming van deze hormonen op de aanmaak van moedermelk weg.

Colostrum

De eerste moedermelk die je borsten produceren wordt colostrum genoemd. Colostrum is gelig van kleur en het bevat veel belangrijke voedingsstoffen voor je baby. Colostrum zit vol afweerstoffen, vitaminen, eiwitten en mineralen en bevat maar weinig suikers.
Colostrum heeft een laxerende werking waardoor alle afvalstoffen uit het lijfje van je baby worden verwijderd. Colostrum is dus erg belangrijk voor je pasgeboren kindje.
Colostrum wordt tijdens de eerste dagen na je bevalling aangemaakt in zeer kleine hoeveelheden. Dit komt doordat het maagje van je pasgeboren baby nog maar heel klein is en hij niet meer voeding kan verwerken. Je borsten hoeven dan dus niet al meer voeding aan te maken.

Wanneer stuwing?

Zo rond de 4de dag na je bevalling krijg je meestal last van stuwing. Dit komt doordat rond deze dag de aanmaak van de rijpere moedermelk (de opvolger van het colostrum) op gang komt. Dit wordt aangemaakt in grotere hoeveelheden dan colostrum. Het maagje van je baby past zich aan de hoeveelheid moedermelk aan door rustig mee te groeien.

Na een week tot 10 dagen na je bevalling merk je een duidelijk verschil in de zwaarte/volheid van je borsten voor een voeding en na een voeding. Je borsten maken dan veel meer moedermelk aan dan in het begin en wanneer je baby bij je heeft gedronken, merk je dat je borsten weer “leeg” zijn.
Ook langer na je bevalling kun je nog last krijgen van stuwing, bijvoorbeeld vlak na de regeldagen.

Tijdens regeldagen wil je baby vaker bij je drinken, zo zorgt hij ervoor dat de moedermelkproductie in je borsten omhoog gaat. Dit doet hij omdat hij groter groeit en dus ook behoefte krijgt aan meer moedermelk.
Door je baby vaak aan te leggen, zorg je ervoor dat de vraag naar moedermelk en het aanbod van moedermelk weer op elkaar worden afgestemd. Hierdoor zal de stuwing weer verdwijnen.
Wanneer je de borstvoeding te snel wilt afbouwen kun je ook last krijgen van stuwing. Je borsten zijn dan nog zo gewend om een bepaalde hoeveelheid moedermelk aan te maken dat zij overvol raken wanneer deze melk vervolgens niet wordt opgedronken of afgekolfd.

Geen borstvoeding, wel stuwing?

Ook wanneer je je baby geen borstvoeding geeft komt de aanmaak van moedermelk in je borsten meestal wel op gang waardoor je toch last van stuwing kunt krijgen.
Om deze stuwing te voorkomen kun je medicijnen voorgeschreven krijgen door je huisarts.
Wil je liever geen medicijnen slikken, dan wordt er aangeraden om vanaf het moment dat je bevallen bent een strakke BH te dragen. Ook tijdens het douchen.
Deze stuwing vindt meestal rond de 4de dag na de bevalling plaats en kan enkele dagen aanhouden. Omdat de aanmaak van moedermelk niet gestimuleerd wordt, zal deze vervolgens stoppen en zul je ook geen last van stuwing meer hebben.

Kun je stuwing voorkomen?

Je kunt stuwing nooit helemaal voorkomen, wel zijn er een aantal tips die kunnen helpen de stuwing te verminderen of zo snel mogelijk weer over te laten gaan.
Voed je kindje op verzoek. Dus wanneer je baby bij je wil drinken, voed hem dan. Je zult minder last hebben van een teveel aan moedermelk in je borsten wanneer je je borsten regelmatig leeg laat drinken.

Kun je je kindje niet live bij je laten drinken? Zorg er dan voor dat je de melk afkolft. Op die manier worden je borsten toch geleegd.
Bied altijd beide borsten aan aan je baby. Zo kan hij zelf kiezen of hij één of twee borsten leeg wil drinken. Begin de volgende voeding altijd met de borst waar hij bij de vorige voeding als laatste uit heeft gedronken.

Sla geen voedingen over (hetzelfde geldt voor kolfmomenten) en stel ze ook niet uit.
Laat je baby zelf bepalen hoe lang hij bij je wil drinken. Wanneer hij klaar is met drinken laat hij vanzelf los. Zo voorkom je dat je je baby van de borst afhaalt terwijl hij eigenlijk nog meer wilde drinken waardoor er melk in je borsten achterblijft.