Veilige kinderstoelen

Wanneer je een kinderstoel aangeschaft, wil je dat deze veilig is. Er gebeuren vaak ongelukken met kinderstoelen, doordat deze bijvoorbeeld omvalt of doordat een kindje eruit probeert te klimmen. Hoe voorkom je dat het misgaat? 

Vanaf wanneer kun je de kinderstoel gebruiken?

Het mooiste is wanneer je de kinderstoel vanaf de eerste dag kunt gebruiken. Er bestaan kinderstoelen met een speciaal zitje voor kleine baby's, waar je baby in kan liggen. Het wordt afgeraden om je kind langer dan twee uur per dag in deze houding te laten liggen, omdat dit vermoeiend kan zijn. Voor de ontwikkeling van een baby is het niet goed om te lang in een 'gedwongen' houding te liggen. Dit geldt ook voor bijvoorbeeld autostoeltjes en wipstoeltjes. Er zijn ook kinderstoelen waar je een los babyzitje bij kunt kopen, die je bevestigt op de stoel. Ook zijn er stoeltjes met een verstelbare rugleuning.

Zodra je kindje zelfstandig kan zitten, kun je overstappen op een stoeltje waarin je kind rechtop zit. Zelfstandig zitten betekent dat hij zich zelf kan opdrukken tot een zithouding en rechtop kan blijven zitten. Gemiddeld kunnen kinderen zelfstandig zitten wanneer ze tussen de 6 en 9 maanden oud zijn. 

Wanneer je je kindje al in de kinderstoel zet voordat hij of zij zelfstandig kan zitten, kan dat vervelende gevolgen hebben. De rugspieren en de wervelkom van jonge kindjes zijn namelijk nog niet goed ontwikkeld, waardoor de rug kan inzakken en er spierzwakte kan ontstaan. Hierdoor kan je kind later moeite hebben met het ontwikkelen van een goede rechtopstaande houding. Kinderen die te vroeg geforceerd zitten kunnen bovendien stappen in hun motorische ontwikkeling, zoals kruipen, overslaan. In plaats daarvan gaan ze billenschuiven en kan het langer duren voordat ze gaan staan en lopen. 

Je kind goed vastzetten

Zet je kindje altijd goed vast in de kinderstoel. Een goede 5-puntsgordel zorgt ervoor dat je kind kan staan of uit de stoel kan klimmen. De meeste kinderstoelen hebben zo’n tuigje. Schouderbanden die bij het kruis worden vastgemaakt, zijn ook prima. Stel het veiligheidstuigje goed af. Wanneer het tuigje te groot is en niet strak genoeg zit, moet je een stoelverkleiner of babyinzet gebruiken. Stel de voetensteun zo in, dat het de voetjes raakt, maar dat je kind er niet op kan staan. Een kruisband of balk bij het kruis zorgt ervoor dat kinderen niet onderuit kunnen glijden en vallen. Laat je kind nooit alleen terwijl hij of zij in de kinderstoel zit. Wanneer je een hangstoel gebruikt, moet je deze in het midden van de tafel hangen, van de tafelpoten vandaan. Check altijd of het stoeltje goed vastzit en goed vergrendeld is. 

Is de kinderstoel zelf veilig? 

Controleer altijd of de kinderstoel geen gebreken heeft en veilig is. Is hij stabiel en valt hij niet makkelijk om? Is er een veiligheidstuigje aanwezig? Zijn er geen beschadigingen, zoals splinters? Is de stoel niet behandeld met giftige verf? Zitten alle schroeven goed vast? Werkt het veiligheidstuigje goed en kan je kind deze niet zomaar openmaken? Controleer dit goed, want je wil natuurlijk voorkomen dat er ongelukken gebeuren. 

Voor kinderstoelen bestaat een veiligheidsnorm, de NEN 14988. Vaak staat dit nummer op de verpakking of in de omschrijving van de stoel. Fabrikanten mogen ervan afwijken, omdat het geen verplichte norm is. Dat komt bijvoorbeeld voor bij 2-in-1-producten; stoelen die je uit elkaar kunt halen zodat je een tafeltje en een lage stoel hebt. Het is dus niet zo dat alle kinderstoelen voldoen aan de huidige veiligheidsnorm. 

Ben jij van plan om een nieuw stoeltje aan te schaffen? Hier lees je waar je op moet letten bij het kopen van een kinderstoel.